Als man wil je al eens lekker onderuit zakken voor de televisie, zeker na een lange en drukke werkdag. Het leven loopt niet op wieltjes en zeker niet over rozen.
De feestvreugde die het einde van de werkdag vaak met zich meebrengt wordt snel geblust wanneer ik in de auto kruip en vlot het parkeerterrein verlaat. Het is een afgeleide van de wet van Murphy die zegt dat de snelheid waarmee het verkeer zich beweegt omgekeerd evenredig is aan de snelheid waarmee je thuis zou willen zijn. Ik geef nog een extra dotje gas op het parkeerterrein want 20 meter verder kan het al niet meer. Een eindeloze rij van rood oplichtende lampjes verlichten ’s Neerlands wegen en tonen me de weg naar huis.
Net zoals elke dag haal ik het ook nu weer zonder kleerscheuren, ondanks al die andere idioten met minder verkeersinzicht dan ikzelf. Mijn levensgenoot is vanavond ver van huis en dus draai ik de knop van de oven alvast om. Tien minuutjes en 2 e-mails later schuif ik een italiaans voedingssurrogaat de oven in. De verpakking van de maaltijd beweert dat het niet alleen smakelijk maar ook voedzaam is. Uit ervaring hoop ik dat ik deze keer wel alles kan binnenhouden en dat het tenminste wel voedzaam is vandaag. Er treedt een bepaalde verveling op na een hele week bitterballen om tien uur ’s avonds.
Heel wat e-mails verder kondigt de klok vrolijk piepend aan dat het tijd is om de inwendige mens te versterken. Als een bezetene storm ik de trap af richting oven. Onder het slaken van strijdkreten zoals ‘woehoe, eten’ en ‘ho ho warm warm’ haal ik triomfantelijk het avondeten uit de oven en plaats het op een bord. Halverwege de woonkamer dringt het tot me door dat ik geen bestek heb. Gezien de hoge temperatuur van mijn gerecht besluit ik heel uitzonderlijk op mijn passen terug te keren en trek met met mijn vrije hand de la open. Ik grabbel met de expertise van een UEFA-official een mes en een vork uit de la en duw de la met de achterkant van mijn hand terug dicht. Ik kwijl ondertussen genoeg om de vijver van mijn buren te vullen.
Uiteindelijk kan ik na al die zware beproevingen mijn lichaam vanop een respectabele hoogte op de bank laten ploffen. Ik snij een eerste stukje af en terwijl het zich naar mijn mond beweeg tast ik met mijn vrije hand de bank rechts van me af. Niets. Helemaal niets. Een onzalig gevoel bekruipt me. Het bestek wisselt van hand en een nieuw stukje voedzame enzymen maar voornamelijk koolhydraten en vetmakers naderen mijn mond terwijl ik nu links de zitting aftast. Ondanks het beduidend grotere oppervlak wat af te tasten is kom ik gruwelijk snel tot dezelfde conclusie als net tevoren. Ik ben ingesloten door een lege bankzitting !
Het bestek wordt allengs tegen het bord gestut terwijl ik met beide handen tussen en onder de bank begin te voelen. Een geoefend gynaecoloog zou nog 1 en ander kunnen leren van de techniek die ik hierbij hanteer. Het resultaat verandert echter niets. Waar de gynaecoloog voor zijn gestuntel betaald wordt vang ik enkel bot voor mijn semi-professionele zoekactie. Ook een blik onder de salontafel brengt geen soelaas. Uiteindelijk dringt het langzaam tot mij door. Mijn vriendin heeft opgeruimd. Waaraan denkt een vrouw als ze het woord afstandsbediening hoort? Gemak, lekker languit in de zetel, consumeren tot je er bij in slaap valt ? Neen ! Het vrouwelijke antwoord is: “televisie”. En ja hoor, daar ligt hij in al zijn duistere glorie op mij te wachten. Met een zucht van verlichting grijp ik de beroemde AB van zijn rustplaats en plof mezelf weer neer in de zetel.
De avond kan beginnen… Wij zijn er weer klaar voor